Ik ben betrokken bij een alleenstaande moeder met een zoontje van 8 met ernstige problematiek. Hij gaat naar speciaal onderwijs en krijgt hulp van diverse hulpverleningsinstanties. Er zijn heel veel hulpverleners betrokken. Deze moeder voelt zich alleen staan tussen alle hulpverleners. De hulpverleners zeggen aan de ene kant dat moeder de belangrijkste stabiele factor voor de zoon is, aan de andere kant ervaren zij moeder als lastig.

In tussentijd is de situatie van dit gezin veranderd en dus ook de hulpvraag.

Ik heb deze moeder leren kennen als iemand die alles voor haar kind doet en sterk haar moederlijke intuïtie volgt. Als ik kijk naar haar situatie dan zie ik dat moeder aangeeft wat er nodig is, vervolgens hebben alle instanties heel veel tijd (lees maanden) nodig om na te denken of het kan wat moeder aangeeft. In tussentijd is de situatie van dit gezin veranderd en dus ook de hulpvraag. De hulpverlening heeft zoveel tijd nodig voor het toekennen van de hulp, dat de hulpverlening steeds weer achter de feiten aanloopt. Zij geven vervolgens aan dat moeder zo wispelturig is in haar vraag.

Deze moeder heeft mij gevraagd haar bij te staan bij de gesprekken met de hulpverlening, om iemand te hebben om mee te sparren. Om zich niet alleen te voelen. Tijdens een groot overleg met verschillende hulpverleners vraagt één van de hulpverleners aan mij, wat precies mijn rol is. Deze moeder geeft antwoord voordat ik antwoord kan geven, ze zegt: Rowini staat voor, naast en achter mij.

Een mooier compliment kan ik niet krijgen!